De kracht van gemeenschappen is herontdekt in het sociaal domein. Samenlevingsopbouw staat volop in de belangstelling. Sociaal werk en andere maatschappelijke organisaties omarmen community building (waaronder ABCD).
Daarmee ontstaan ook evaluatieve vragen. Het Effectenplein is speciaal hiervoor ontwikkeld door bureau Anderzoek en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, samen met zelfstandig opbouwwerker Wessel Zwartsenberg. Onderzoeksbureau Ecorys en sociaal werk-organisatie Bindkracht10 waren betrokken als initiatiefnemer.
Wat maakt onderzoek bij dit soort aanpakken echt anders?
Er is steeds meer aandacht voor samenlevingsopbouw en community building. Met deze aandacht is er ook een behoefte aan inzicht in wat investeren in gemeenschappen en collectieve aanpakken oplevert. Maar, deze aanpakken laten zich niet zomaar evalueren, ontdekten we al snel.
Ook jongerenwerkers en opbouwwerkers zelf hebben behoefte aan een instrument om de effecten en meerwaarde van hun inzet inzichtelijk te maken en te onderbouwen. Of: om tijdig in te zien wanneer iets niet werkt.
Om verschillende redenen schieten klassieke onderzoeksinstrumenten tekort:
- Afbakening | Een gezin of cliënt is makkelijk af te bakenen. Maar om een buurt of collectief teken niet je zo makkelijk een grens. Betrokkenen kunnen dat verschillend ervaren. Of het verandert in de tijd. Het instrument moet daar open voor staan.
- Complex | Tal van factoren zijn van invloed; binnen de groep van bewoners, maar ook door omstandigheden van buiten. En doordat al die factoren door elkaar spelen, wordt het al snel complex. Het instrument moet dat kunnen vangen én behapbaar houden.
- Attributie | Het is moeilijk aan te wijzen welk deel van een effect toe te wijzen is aan bijvoorbeeld een community builder, of aan een van de vele andere factoren die meespelen. Het instrument moet dus het recht doen aan het geheel van bijdragen, van iedereen.
- Organisch | Een aanpak bouwt zich niet rechtlijnig op. Er zijn opeens doorbraken. Of juist een terugval. Er ontstaat een zij-initiatief. Met een vooraf bedacht kader valt dit soort ‘winst en verlies’ al snel buiten beeld. Het instrument moet dus een open blik hebben.
- Preventie | De effecten zijn vaak preventief: betrokkenen willen eigenlijk vooral in kaart brengen wat er níet gebeurt. Het instrument moet daar een plek aan bieden.
- Bescheidenheid | Veel van deze professionals zijn best bescheiden: het eigenaarschap wil je niet wegnemen van inwoners en daarom houd je je rol zo klein mogelijk. Terwijl je bij evaluatie die rol vaak juist wél wil belichten. Het instrument moet dus uitnodigend zijn.
Wat is het instrument precies?
Het Effectenplein is een gesprekinstrument om met betrokkenen inzicht te krijgen in de effecten van community building en samenlevingsopbouw (denk aan opbouwwerk, jongerenwerk en bewonersinitiatieven). Betrokken gaan met elkaar in dialoog, onder begeleiding, en met een vaste structuur.
Het instrument kan als onderzoeksinstrument worden toegepast door onderzoekers. Ook werken we aan een versie dat als intervisie-instrument ingezet kan worden, met en door professionals.
Wanneer is het Effectenplein geschikt?
Het Effectenplein is geschikt om de effecten aan te tonen van initiatieven en aanpakken die gericht zijn op het versterken van gemeenschappen en collectieven. Vooraf was niet precies bekend, wat de opbrengst moest zijn. Men is begonnen, en gaandeweg zijn verschillende effecten gerealiseerd.
Het Effectenplein blikt vooral terug. Daarom is het alleen mogelijk dit instrument in te zetten als het initiatief of de aanpak enige tijd loopt en er voldoende is gebeurd (minimaal 6 maanden).
Het Effectenplein is minder geschikt voor:
- initiatieven die net begonnen zijn of nog moeten starten (overweeg de Effectenarena);
- hulpverlening en individuele aanpakken met maatwerk (overweeg de Effectencalculator);
- projecten waarin de te behalen resultaten vooraf bepaald zijn.
Hoe ziet het gesprek rond het Effectenplein eruit?
Het Effectenplein is een gesprek rondom een groot werkblad. Dit gesprek duurt ongeveer 2,5 uur en er nemen 5 tot 8 betrokkenen. Het gesprek wordt geleid door twee getrainde gespreksleiders: een facilitator en een ‘effectmeester’. De facilitator begeleidt het gesprek en de effectmeester bepaalt samen met de aanwezigen de effecten.
Samen wordt een werkblad gevuld. Dit werkblad bestaat uit een tijdlijn. Aan de hand daarvan wordt het initiatief, de aanpak of de ontwikkeling chronologisch beschreven. Gedurende het gesprek bouwen we het verhaal van de wijk op, het verhaal van de betrokkenen en bepalen we samen de (ervaren) effecten. Aan het eind van het gesprek is er ook ruimte voor verwachte effecten: waar bewegen we naartoe, wat is nog te verwachten? Dat is belangrijk, omdat een aanpak er vaak één van de lange adem is.
Hoe verhoudt het Effectenplein zich met andere instrumenten?
We passen zelf het Effectenplein meestal toe in combinatie met andere instrumenten. Zo is het vaak interessant om ook cijfermatige informatie te verzamelen, of om daarnaast individuele effecten in kaart te brengen met een casusanalyse (van bijv. betrokkenen bewoners).
Voor individuele effecten kan ook de Effectencalculator gebruikt worden. Het Effectenplein heeft een aantal raakvlakken met de Effectencalculator. Bij beide vormt een tijdlijn de ruggegraat en ligt de basis in dialoog tussen betrokkenen met verschillende perspectieven. Het verschil is dat de Effectencalculator zich richt op individuele effecten.
Kan ik het Effectenplein zelf gebruiken?
We zijn het instrument nog aan het doorontwikkelen, samen met een aantal andere organisaties. Daarom is het instrument nog niet openbaar beschikbaar. De mogelijkheden zijn nu:
- de ontwikkelaars voeren het Effectenplein in opdracht uit;
- we voeren het gezamenlijk uit;
- we bieden een op maat-training aan.
Ik heb belangstelling. Wat nu?
Stuur ons een bericht en wij gaan graag in gesprek over het instrument en de mogelijkheden voor een waardevolle toepassing. Zie contact.